Heidelbergse CatechismusZondag 16Vraag 40: Waarom moest Christus Zich tot in de dood vernederen? Antwoord: Omdat vanwege Gods gerechtigheid en waarheid niet anders voor onze zonden betaald kon worden dan door de dood van Gods Zoon. Vraag 41: Waarom is Christus begraven? Antwoord: Om daardoor aan te tonen dat Hij echt gestorven was. Vraag 42: Nu Christus voor ons gestorven is, waarom moeten wij dan nog sterven? Antwoord: Onze dood is geen betaling voor onze zonden, maar alleen een afsterven van de zonden en een doorgang tot het eeuwige leven. Vraag 43: Wat is voor ons nog meer de waarde van het offer en de dood van Christus aan het kruis? Antwoord: Door zijn kracht wordt onze oude mens met Hem gekruisigd, gedood en begraven, opdat de slechte begeerten van het vlees in ons niet meer regeren, maar opdat wij onszelf aan Christus offeren als een offer van dankbaarheid. Vraag 44: Waarom volgt er: neergedaald in de hel? Antwoord: Daardoor mag ik er in mijn felste aanvechtingen zeker van zijn en er rijke troost uit putten, dat mijn Here Jezus Christus mij van de angst en pijn van de hel verlost heeft. Hij heeft deze verlossing bewerkt door zijn onuitsprekelijke angsten, smarten, verschrikking en helse kwelling, waarin Hij gedurende heel zijn lijden, maar vooral aan het kruis, verzonken was. |