Heidelbergse CatechismusZondag 29Vraag 78: Worden dan brood en wijn veranderd in het eigen lichaam en bloed van Christus? Antwoord: Nee, het is bij het avondmaal net als bij de doop. Bij de doop wordt het water niet veranderd in het bloed van Christus en de doop is ook niet de afwassing van de zonden zelf, maar alleen een door God gegeven teken en waarborg ervan. Zo wordt ook het brood bij het avondmaal niet veranderd in het eigen lichaam van Christus. Maar het brood wordt het lichaam van Christus genoemd, overeenkomstig de aard van de sacramenten en de manier waarop de Heilige Geest hierover spreekt. Vraag 79: Waarom noemt Christus dan het brood zijn lichaam, en de beker zijn bloed, of het nieuwe verbond in zijn bloed, en spreekt Paulus van een gemeenschap met het lichaaam en het bloed van Christus? Antwoord: Christus zegt dat niet zonder dringende reden. Want Hij wil ons daarmee leren, dat zijn gekruisigd lichaam en vergoten bloed de echte spijs en drank zijn, waardoor onze ziel tot het eeuwige leven gevoed wordt, evenals brood en wijn ons tijdelijk leven onderhouden. Maar vooral wil Hij ons door deze zichtbare tekenen en panden ervan verzekeren: ten eerste dat wij door de werking van de Heilige Geest even werkelijk deel krijgen aan zijn echte lichaam en bloed, als wij deze heilige tekenen met de lichamelijke mond tot zijn gedachtenis ontvangen; ten tweede dat heel zijn lijden en gehoorzaamheid zo zeker ons deel zijn, alsof wij in eigen persoon voor onze zonden alles geleden en onze schuld aan God voldaan hadden. |