Gezang 27
1 Nooit kan 't geloof te veel verwachten,
des Heilands woorden zijn gewis. 't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, maar nooit een vriend als Jezus is. Wat zou ooit zijne macht beperken? 't Heelal staat onder zijn gebied! En wat zijn liefde wil bewerken, ontzegt Hem zijn vermogen niet. 2 Die hoop moet al ons leed verzachten. Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog! Voor hen, die 't heil des Heren wachten, zijn bergen vlak en zeeën droog. O zaligheid niet af te meten! O vreugd, die alle smart verbant! Daar is de vreemd'lingschap vergeten; en wij, wij zijn in 't vaderland!
1 Nooit kan 't geloof te veel verwachten, des Heilands woorden zijn gewis. 't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, maar nooit een vriend als Jezus is. Wat zou ooit zijne macht beperken? 't Heelal staat onder zijn gebied! Wat zijne liefde wil bewerken, ontzegt Hem zijn vermogen niet. 2 Die hoop moet al ons leed verzachten. Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog! Voor hen die 't heil des Heren wachten, zijn bergen vlak en zeeën droog. O zaligheid, niet af te meten, o vreugd, die alle smart verbant! Daar is de vreemdlingschap vergeten en wij, wij zijn in 't vaderland! |