Index |
Psalm 43
1 Geduchte God, hoor mijn gebeden;
Strijd voor mijn recht, en maak mij vrij Van hen, die, vol arglistigheden, Gerechtigheid en trouw vertreden, Opdat mijn ziel Uw naam belij' En U geheiligd zij. 2 Mijn God, ik steun op Uw vermogen, Gij zijt de sterkte van mijn hart; Waarom verstoot Gij m' uit Uw ogen, Waarom ga ik terneergebogen, Door 's vijands wreed geweld benard, Gestaag in 't aak'lig zwart? 3 Zend HEER', Uw licht en waarheid neder, En breng mij, door dien glans geleid, Tot Uw gewijde tente weder Dan klimt mijn bange ziel gereder Ten berge van Uw heiligheid, Daar mij Uw gunst verbeidt. 4 Dan ga ik op tot Gods altaren, Tot God, mijn God, de bron van vreugd; Dan zal ik, juichend, stem en snaren Ten roem van Zijne goedheid paren, Die, na kortstondig ongeneugt Mij eindeloos verheugt. 5 Mijn ziel, hoe treurt ge dus verslagen? Wat zijt g' onrustig in uw lot? Berust in 's HEEREN welbehagen, Hij doet welhaast uw heilzon dagen; Uw hoop herleev', naar Zijn gebod; Mijn Redder is mijn God.
1 O God, kom mijn geding beslechten, verlos mij van wie U versmaadt, Boosdoeners willen met mij rechten, die niet aan trouw en waarheid hechten. Doe mij ontkomen aan hun haat, o HEER, mijn toeverlaat. 2 Zijt Gij dan niet mijn burcht gebleven, de sterke vesting van mijn hart? Waarom hebt Gij dan nu mijn leven aan mijn belagers prijsgegeven? Waarom ga ik gebukt van smart, gekleed in somber zwart? 3 O Here God, kom mij bevrijden, zend mij uw waarheid en uw licht die naar uw heilge berg mij leiden, waar Gij mij woning wilt bereiden. Geef dat ik door U opgericht kom voor uw aangezicht. 4 Dan ga ik op tot uw altaren, tot U, o bron van zaligheid. Dan mag mijn ziel uw heil ervaren en dankbaar ruisen alle snaren voor U die al mijn vreugde zijt en eindloos mij verblijdt. 5 Mijn ziel, hoe zijt gij zo verslagen, mijn hart, wat kwelt gij u zozeer? Vertrouw op 's Heren welbehagen. Hij doet weldra de morgen dagen. ja, ik zal zingen tot zijn eer: mijn redder is de Heer. |